Preventie van letsel bij zorgmedewerkers
Verpleegsters verliezen jaarlijks gemiddeld 35.800 werkdagen als gevolg van een musculoskeletaal letsel, volgens cijfers van het Amerikaanse Bureau van Werkstatistieken.1 Herhaaldelijk vaak til- en trekbewegingen moeten maken om patiënten te draaien en herpositioneren, kan na een tijdje leiden tot een zwakke rug, schouder-, elleboog- en polsletsel.
De Amerikaanse Verpleegstersvereniging (ANA) Safe Patient Handling and Mobility (SPHM): Interprofessionele Nationale Normen geven aan dat „Safe patient handling and mobility (SPHM) programma’s, indien juist geïmplementeerd, letsel bij zorgmedewerkers drastisch kan verminderen.“ Ook stellen zij dat, „Universele SPHM normen benodigd zijn om zorgmedewerkers te beschermen tegen letsel en musculoskeletale aandoeningen (MSA). Het aanpakken van de veiligheid van zorgmedewerkers middels SPHM zal ook de de veiligheid van zorgpatiënten verbeteren.“2
Omhoogtrekken en herpositioneren stelt zorgmedewerkers ook bloot aan risico’s op musculoskeletale aandoeningen (MSA), zoals lage rugpijn, ischias, rotator cuffletsel, een tennisarm en carpaal tunnelsyndroom.3 Richtlijnen bevelen het gebruik van SPHM technologie aan om daarmee de fysieke vereisten van werkzaamheden met een hoog risico te reduceren.3
De Vereniging van PeriOperatieve Geregistreerde Verpleegsters (AORN) vermeldt ook in het bijzonder de behoefte aan gebruik van een lateraal transfermiddel,4 terwijl de ANA tegelijkertijd het belang van het verminderen van de fysieke vereisten van werkzaamheden met een hoog risico benadrukt.5